reflecties voor innerlijke vrede
Iedereen onderwijst, en wel de hele tijd. Dat is een verantwoordelijkheid die je onvermijdelijk op je neemt zodra je zelfs maar één uitgangspunt aanvaardt, en niemand is in staat zijn leven in te richten zonder een of ander denksysteem. Als je eenmaal enig denksysteem ontwikkeld hebt, leef je ernaar en onderwijs je het ook. (2:2-4). Onderwijzen doen we door voorleven. En we onderwijzen niet alleen anderen, maar in de eerste plaats onszelf. Want: Zoals je onderwijst, zo zul je leren. (6:1).
Een voorbeeld hoe een uitgangspunt tot onderwijs leidt is: als ons uitgangspunt dat van schaarste en tekort is, dan zal ons denken gericht zijn op ‘zorgen dat je genoeg krijgt’ en dus ons gedrag ook. Je kent ze wel, mensen die altijd denken dat ze tekort komen. In de praktijk onderwijzen ze voortdurend dit uitgangspunt aan zichzelf en de omgeving. Overigens hoeven we ons geen illusies te maken: ook wij denken geregeld dat we tekort komen. We bedekken dat met mooie idealen zoals: ‘voor wat hoort wat’. We zien hierbij gemakkelijk over het hoofd hoe deze mooi en logisch klinkende uitgangspunten ons uiteindelijk belemmeren. ‘Voor wat hoort wat’ leidt bijvoorbeeld tot schuldgevoel als we iets krijgen ‘wat we niet hebben verdiend’ en woede als we iets hebben gegeven en daar in onze ogen onvoldoende voor terug krijgen. Dit is het geven en ontvangen volgens het ego: er is altijd een verschuiving van de schuldbalans. Leven wij volgens een ander uitgangspunt, bijvoorbeeld dat mij alles gegeven is omdat ik alles al bén, dan geeft dat onmiddellijk ontspanning, geven we vrijelijk en maken we ons geen zorgen of er genoeg voor ons zal overblijven. Het maakt kennelijk voor onze dagelijkse ervaring nogal wat uit welk denksysteem we hebben geadopteerd als het onze. Wélk denksysteem we daarbij kiezen om trouw aan te zijn is onze verantwoordelijkheid en vrije keuze. Als we ten diepste inzien dat onze hele ervaring dus wordt gevormd door onze uitgangspunten, zouden we dan niet liever een denksysteem adopteren dat tot geluk leidt en dít (aan onszelf) onderwijzen? Waardoor we niet meer uit evenwicht hoeven te raken bij de gebeurtenissen in ons leven? Als ons antwoord hierop bevestigend is, dan kunnen we ons voordeel doen met wat ons wordt onderwezen in De Lessen van de Liefde (T6). In de eerste paragraaf De boodschap van de kruisiging , wordt uitgelegd dat het verhaal van de kruisiging van Jezus een wezenlijke bijdrage kan leveren aan het begrijpen van onze eigen rol als leraar, als we dit verhaal zonder angst kunnen bezien. De kruisiging is een extreem voorbeeld, meer niet. (2:1). Als Jezus destijds vrijgesproken zou zijn geworden of slechts een in onze ogen milde straf had moeten ondergaan, waren we nooit zo diepgaand onder de indruk geraakt van zijn vermogen om zijn lot met gelijkmoedigheid en vergeving te aanvaarden. Nu zijn we dat wel. We vragen ons af: wat stelde hem in staat alles wat hem overkwam te vergeven en vol vertrouwen zijn pad te gaan, ondanks dat hij in de ogen van de wereld werd ‘verraden, verlaten, geslagen, uiteengereten en ten slotte gedood?’ (9:2) Het antwoord is: zijn trouw aan het juiste denksysteem, dat van de Heilige Geest. De Heilige Geest zegt ons, in elke situatie waarin we ons tekort gedaan voelen, ongeacht de schijnbare ernst van de feiten, hetzelfde: ‘Als je reageert alsof je vervolgd wordt, onderwijs je vervolging. Zo’n les moet een Zoon van God niet wensen te onderwijzen, wil hij zijn eigen verlossing verwezenlijken. Onderwijs liever je eigen volmaakte onschendbaarheid, wat de waarheid in jou is, en besef dat deze niet belaagd kan worden. (6:1-4, mijn cursief). Jezus onderwees ons zijn eigen onschendbaarheid en adviseert ons: ‘..wil je misschien bedenken dat ik naar het oordeel van de wereld werd vervolgd [maar] deze beoordeling zelf niet deelde. En omdat ik die niet deelde, heb ik die niet versterkt. (5:3-4) En dus niet onderwezen. En dus niet geleerd. Een Cursus In Wonderen is echter geen boek om ons de (bijbel)geschiedenis beter uit te leggen, maar een uiterst praktische gids voor het dagelijks leven. Er moet dus een nut schuilen in de bespreking van deze kruisiging voor onze dagelijkse praktijk. Dit nut kunnen wij alleen gaan ervaren als wij bereid zijn in de spiegel te kijken die ECIW ons liefdevol voorhoudt. Jarenlang heb je waarschijnlijk gereageerd alsof je werd gekruisigd. Dit is een typische neiging van de afgescheidenen, die altijd weigeren na te gaan wat ze zichzelf hebben aangedaan. (3:1). Natuurlijk denken we hier in eerste instantie ‘Kom kom, dat valt wel mee bij mij’, maar als we dieper durven kijken moeten we bekennen dat er voortdurend dingen om ons heen gebeuren waardoor we ons misdeeld voelen. Een partner die tegen ons uitvalt, een lekke band, ontslag, een medische diagnose, het verlies van een dierbare … ons leven is een aaneenschakeling van gebeurtenissen die ons wel of niet uit ons evenwicht brengen. Óf ze ons uit ons evenwicht brengen, hangt uitsluitend af van het denksysteem dat wij onbewust hebben geadopteerd. Dat móet wel zo zijn, als Jezus ons kon demonstreren wat hij deed. Als ik geloof dat mij onrecht wordt aangedaan kan ik ‘natuurlijk’ niets doen aan mijn woede en lijkt een tegenaanval gerechtvaardigd. Dit is het favoriete spel van het ego, een zichzelf in stand houdende vicieuze cirkel van angst (misdeeld te zijn), projectie (de ander/het lot doet mij tekort), woede (dit had niet zo mogen zijn) de (tegen)aanval (ik zal hén tekort doen om de balans te vereffenen). Voortdurend ervaren we (en onderwijzen we en dus leren we) dat we in meer of mindere mate slachtoffer zijn. En hoewel er een zeker genoegen schuilt in het ervaren van ons ‘gelijk’ als we de schuld van onze onvrede buiten ons kunnen leggen, leidt dit ‘aanwijzen van de schuldige(n)’ onbewust tot diepe angst. Want als de buitenwereld schuldig is, dan moet het wel zo zijn dat wij dat zelf ook zijn. Dit boezemt ons zoveel angst in dat we dit weer projecteren op onze omgeving door te denken: 'maar als hij niet dit… dan zou ik niet dat….' En zo raken we steeds dieper verstrikt in dit denksysteem dat nooit tot werkelijk geluk en vreugde kán leiden. Gelukkig biedt Een Cursus In Wonderen ons een uitweg, door ons op het volgende te wijzen: Je vermogen om trouw te zijn aan een denksysteem kan weliswaar verkeerd worden gebruikt, maar het blijft een vorm van geloof en kan anders worden gericht. (I: 2:5) Wij kunnen dus door ons denken anders te richten, iets anders aan onszelf onderwijzen, daardoor iets anders gaan geloven, en zo een andere ervaring krijgen van het leven. ECIW noemt dit kiezen voor de ‘juiste gerichtheid van denken’. Hoe we dit kunnen doen, begint met het beseffen van onze vrijheid hierin. In de eerste paragraaf lezen we: Het staat jou vrij, zo je wilt, jezelf waar te nemen alsof je wordt vervolgd. (5:2). Als ons dat vrij staat, zijn we dus ook vrij om een andere keuze te maken. We worden aangemoedigd door Jezus om de Waarheid te onderwijzen aan onszelf: ‘Jij wordt niet vervolgd, net zomin als ik dat werd.’ (11:1) Ja, dingen gebeuren in het leven. Mijn partner valt tegen me uit. Ik heb een lekke band. Ik rijd in een file. Ik krijg ontslag. Een medische diagnose. Er overlijdt een dierbare. Als ik deze dingen kan meemaken zónder de overtuiging dat ik hierdoor misdeeld word of dat mij tekort gedaan wordt, zullen deze gebeurtenissen een heel andere ervaring voor me zijn. Het is zoals de Chinese parabel waarin een man in een bootje heerlijk aan het genieten is van wat ronddobberen op het meer. Opeens wordt hij opgeschrikt doordat er achter zich een ander bootje tegen de zijne aanbotst. Woedend draait hij zich om….. om erachter te komen dat het andere bootje leeg was. Als wij de gebeurtenissen in ons leven als botsingen met lege bootjes kunnen zien zal ons dat genezen van ons gevoel misdeeld te zijn. Deze ervaring kan ons alleen ten deel vallen als we bereid zijn om de lege bootjes als uitgangspunt nemen. Zelfs als er per ongeluk toch iemand in dat bootje lijkt te zitten. Ja maar, sputtert het ego, hij kan toch stúren? Het antwoord daarop is: ‘Kennelijk lukte het op dat moment niet, om welke reden dan ook.’ Willen we toch liever schuld zien, dan staat het ons vrij weer in de vicieuze ego-cirkel te stappen. Willen wij een ándere keuze maken, dan is het advies van Jezus eenvoudig: ‘Van jou wordt alleen gevraagd mijn voorbeeld te volgen wanneer je geconfronteerd wordt met veel minder extreme verleidingen [dan het verhaal van de kruisiging] om verkeerd waar te nemen, en ze niet te accepteren als rechtvaardiging voor woede.’ (6:7, [toevoeging van mij]) Zoals het er hier staat, lijkt het maar een kleinigheid. En dat is het ook, mits we waakzaam zijn en telkens als we irritatie of onvrede bij onszelf opmerken, ons uitgangspunt opnieuw kiezen. Als je begint te leren (door te onderwijzen) dat je niet de kwetsbare, afgescheiden persoonlijkheid bent die allerlei dingen wordt aangedaan, maar dat je een schepping van God en dus louter liefde bent, onaantastbare Geest, weet je dat elk gevoel van misdeeld zijn een vergissing móet zijn. Dat niets je kan overkomen dat niet al een deel van jou was. En dat alles dat tot je lijkt te komen, alleen maar voor je verschijnt om je de kans te bieden jezelf dit nog diepgaander te onderwijzen door een juiste gerichtheid van denken. Natuurlijk vindt het ego dit helemáál geen juiste gerichtheid. Juist en onjuist bestaan in werkelijkheid ook niet. Maar als je kon kiezen om te leven volgens een uitgangspunt dat de ervaring van stabiele vreugde zou brengen wat er ook gebeurt, zou het dan niet logisch zijn om dit als juiste keuze te bestempelen? Jezus onderwees zijn eigen én onze onschendbaarheid en verzekert ons: ‘Jij wordt niet vervolgd, net zomin als ik dat werd.’ (11:1) ‘Deel mijn geloof en we zullen als leraar gelijkwaardig worden.’ (6:11) Aan ons deze vrijheid van keuze, telkens opnieuw, ieder moment van het leven. Opmerkingen zijn gesloten.
|
|
© 2024 Monique Zomer | www.vanharttothart.org