reflecties voor innerlijke vrede
Hoezo, kan het ego denken bij deze titel, zou ik moeten afzien van alle aanval? Ik val bijna nooit aan en áls ik het wel doe is dat omdat die anderen het echt te bont maken. En dan nog ben ik zo'n 'goed' mens dat ik alleen maar woorden gebruik om die ander terecht te wijzen. Ja, zo kan dat voelen, als 'terecht wijzen'. Volkomen terecht dus. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat ik over mij heen laat lopen? Een Cursus in Wonderen stelt in deze paragraaf echter onomwonden: Onderwijs enige vorm van aanval, en je hebt die geleerd, en die zal jou kwetsen.(3:9)
Als we dit citaat hierboven bestuderen kunnen wij, onder bezielende leiding van het ego, over allerlei dingen struikelen. Bijvoorbeeld over het eerste woord. We kúnnen namelijk denken dat wij helemaal niet onderwijzen, maar dan vergissen we ons, aangezien je niet niet kunt onderwijzen (..).(4:1) Het is onmogelijk om niet te onderwijzen, want met alles wat we doen en laten stellen we een voorbeeld. Zo onderwijzen we dus ononderbroken, simpelweg door te doen wat we doen. En wat jij onderwijst versterk je in jezelf door het te delen. Elke les die je onderwijst leer je.(1:9-10) We onderwijzen dus voortdurend onszélf, we bekrachtigen onze eigen overtuigingen. Als wij aanvallen, in welke vorm dan ook, onderwijzen wij onszelf opnieuw het denksysteem van het ego, het denksysteem van de afscheiding. Mochten we nu denken 'Gelukkig doe ik niet aan aanval, dat doen alleen ánderen!' dan moeten we ons helder bewust zijn dat Een Cursus in Wonderen het over élke vorm van aanval heeft, dus ook aanvalsgedáchten. En elke gedachte dat iets anders zou moeten zijn dan het zich aan ons voordoet, ís een aanvalsgedachte, namelijk een gedachte van verzet, een aanval op hoe het aan jou verschijnt. Wie kan zeggen dat hij vrij is van dergelijke gedachten? Alleen hij die in volmaakte en permanente staat van innerlijke vrede door het leven gaat, hoe de omstandigheden ook zijn. Mocht je je herkend voelen, kijk dan nog iets dieper ;-). Het feit dat je student bent van Een Cursus in Wonderen, is een krachtig symbool van je verlangen naar die staat en je bereidheid om anders te leren denken dan je nu doet. En die bereidwilligheid wordt beloond met wonderen, dat staat vast! Uiteraard leert het ego-denksysteem ons iets heel anders, namelijk dat we op wonderen níet kunnen vertrouwen en dat het heel terecht is dat we ons verzetten tegen bepaalde situaties en gedragingen van mensen. Sommige mensen behandelen ons toch onterecht of ronduit aanvallend? De Cursus heeft hierop maar één antwoord, namelijk dat als wij deze conclusies trekken over anderen, dit een aanval van ons is op die ander. Het ego sputtert hevig bij deze conclusie. Het onderwijsdoel van de Cursus is echter een staat van innerlijke vrede en we moeten toegeven dat het onmogelijk is om in vrede te zijn als we denken en dus waarnemen dat er een aanval wordt gepleegd. Het buitengewoon behulpzame uitgangspunt van de Cursus is dan ook is dat elk gedrag dat wij waarnemen als aanval in een ander, met de juiste ogen bezien, een roep om liefde is. En we kunnen de dingen alleen met de juiste ogen bezien als wij de juiste gerichtheid van denken hebben. We hebben in de vorige paragraaf immers uitvoerig gelezen dat het door ons ervaren dagelijks leven niets dan een uitbereiding is van ons denken, gevormd door ideeën en overtuigingen die we onszelf hebben aangeleerd. Ons denken houdt zich meestal niet bezig met de waarheid, maar met dualiteit. De ander en ik als afgescheiden van elkaar, met gescheiden belangen, zoekend naar manieren om er zo gunstig mogelijk vanaf te komen in dat wat we het leven noemen. Het leven zit hierbij volgens het ego vol belemmeringen die hierbij uit de weg moeten worden geruimd. Dit alles heeft niets te maken met de waarheid. Hoe zou dat ook kunnen? Het ego was er nooit deel van en zal dat nooit zijn, maar via het ego kun je horen, onderwijzen en leren wat niet waar is. (1:8) Het denksysteem van het ego en dat van de Heilige Geest hebben geen enkele overlap. Het ego zal je nooit onderwijzen over eeuwige volmaakte onschuld, en dat je kunt vertrouwen op de Liefde -en nergens anders op want er ís niets anders!-. Het zal je ook nooit onderwijzen dat alle 'anderen' in ons leven zonder uitzondering heilige metgezellen zijn, dat zij hier zijn om je helpen jou dit te leren door je te voorzien van oefenmateriaal om te vergeven (eraan voorbij te leren zien). Nee, het ego leert je dat je op je hoede moet zijn, dat er gevaar dreigt van verlies, uitstoting, tekort. Door te voorkomen dat de alomvattende Liefde tot ons doordringt, probeert het ons te 'beschermen'. Ondertussen zoeken we naarstig naar verlossing van alle 'obstakels en frustraties' maar we laten hierbij het ego ons vertellen waar we dat moeten zoeken. En die onderwijst ons dat het te vinden is in de aanval, gelijk krijgen, ons verzetten en door er van alles aan te doen om situaties of personen -inclusief onszelf- te veranderen. En dat proberen we dan ook voortdurend. Echter: Als jij zelf vrij van conflict wilt zijn, moet je alleen van de Heilige Geest leren en alleen met Hem onderwijzen. (2:2). Ons leren om vrij van conflict te zijn is het énige doel van de Cursus. En hoewel het ego ons vertelt dat dat onmogelijk is, leert de Heilige Geest ons door Jezus als voorbeeld aan te reiken, dat het tegendeel waar is. De Cursus is een training om uitsluitend de Heilige Geest, de Stem van Liefde, als leraar te nemen zoals Jezus dat ook deed. Maar we kunnen ook andere voorbeelden vinden van mensen die onder moeilijke omstandigheden zoals oorlogssituaties of situaties van groot verlies, in vrede bleven. Op de vraag hoe ze dat deden kan maar één antwoord zijn want: De enige manier om vrede te hebben is vrede te onderwijzen. Door vrede te onderwijzen moet je die wel zelf leren (..) (4:3) En alleen als wij in vrede zijn, ervaren we veiligheid. Veiligheid is het volledig afzien van alle gewelddadigheid. Hierin is geen compromis mogelijk. Onderwijs enige vorm van aanval, en je hebt die geleerd, en die zal jou kwetsen. Afzien van alle aanvalsgedachten dus. Dat doen we niet door krampachtig te proberen deze te vermijden, maar door er vanaf te zien. Bereid zijn om ze te zien, in het Licht te zetten, en er vervolgens vanaf te zien. Telkens opnieuw als ze weer opkomen. Steeds als we een aanvalsgedachte hebben of denken dat we aanval bij een ander waarnemen, kunnen we de Heilige Geest vragen om Zijn Visie. En omdat Hij altijd alleen maar een uiting van liefde óf een onschuldige roep om liefde kan zien, hoe de vorm er ook uitziet, hoe 'lelijk' of ernstig de aanval in gedrag of gedachten ook mag lijken, heeft de Heilige Geest altijd maar één en hetzelfde antwoord. Willen we dat antwoord horen? En zouden we het ook willen aannemen? Wat zou het brengen? Alles! Want Als hij dat [antwoord] eenmaal ten volle kan aannemen, ziet hij geen noodzaak zichzelf te beschermen. De bescherming van God daagt dan in hem en verzekert hem dat hij voor eeuwig volmaakt veilig is. (3:2) Als we echt bereid zijn het antwoord te horen, zullen we merken dat er achter de dwingende stem van het ego die jou vertelt over je zonden of het kwaad dat jou is aangedaan, ook een zachtere onderstroom hoorbaar is en dát is de Stem van de Heilige Geest. Deze verzekert jou, als het nodig is telkens opnieuw, dat welke zonde jij ook denkt te hebben begaan of welk kwaad jij ook denkt dat jou is aangedaan: Je goddelijke denkgeest kan nooit worden ontwijd... (1:6). Deze Stem van deze zachte Heelmeester garandeert jou dat er geen wonden zijn die kunnen gaan stinken. Willen we luisteren? Wees dan stil! En hoor dan, heel zacht, heel liefdevol: Onderwijs louter liefde, want dat is wat jij bent. (2:5) Opmerkingen zijn gesloten.
|
|
© 2024 Monique Zomer | www.vanharttothart.org