reflecties voor innerlijke vrede
Stel je eens voor dat er een antwoord bestond dat altijd gold, altijd rust gaf, wat je persoonlijke kwestie ook was. Dit is maar moeilijk voor te stellen, nietwaar? Het kan toch niet zo zijn dat voor lichamelijke pijn, werkstress of een burenruzie, hetzelfde antwoord geldt als voor een echtscheiding, een levensbedreigende ziekte, oorlogen of de klimaatproblematiek? Een Cursus in Wonderen leert ons dat dat wél zo is. Alle problemen die wij denken te hebben, hebben iets gemeenschappelijks. Zij gaan niet uit van eenheid maar van een 'ik' (of selecte groep ‘wij’) dat afgescheiden is van de rest van de mensen en de wereld. Het fysieke lichaam is daarbij de vriend of bondgenoot van het ego want dat is voor het ego het bewijs dat wij afgescheiden zijn van elkaar. (4:6-7). Maar: Als jij voor dit bondgenootschap partij kiest, zul je bang zijn, omdat je partij kiest voor een bondgenootschap van de angst. (4:8) Als we onszelf namelijk identificeren met die kleine, afgescheiden ik, hebben wij inderdaad goede redenen om bang te zijn. Want deze ik, dit lichaam, lijkt inderdaad voortdurend bloot te staan aan kleine en grote bedreigingen zoals verval, ziekte, verlating, armoede en meer. Het geeft ons het gevoel dat we kwetsbaar zijn, afhankelijk van omstandigheden die nadelig voor ons kunnen uitpakken en waakzaamheid lijkt hierbij belangrijk, wat het besef van afscheiding weer versterkt. Het ego spreekt in elke kwestie in ons leven altijd als eerste (1:2), maar heeft tot op heden nog ... geen enkele vraag beantwoord, hoewel het er een menigte opgeworpen heeft. (2:8) Zo is ons egodenken doorlopend bezig met allerlei mogelijke negatieve consequenties voorkomen en de positieve behouden en we zijn er heel druk mee. Deze activiteiten hebben maar één doel: ons afhouden van stilstaan bij de vraag: wat ben ik wérkelijk? Ben ik wel dat afgescheiden lichaam, voortdurend in meer of minder gevaar in deze grillige, chaotische wereld? Het ego wil voorkomen dat jij bij deze vraag stil staat want jij hebt het antwoord en het ego is bang voor jou. (2:9) In onze denkgeest bevindt zich namelijk ook die andere Stem, de Stem die het enige juiste antwoord heeft op deze vraag. De Cursus noemt deze Stem de Heilige Geest, maar voel je vrij om daar te lezen: Innerlijke Wijsheid, Liefde, of de stem van de Bron. Hoe je het noemt doet er niet toe, het antwoord blijft op elk moment geldig. Als je nu denkt: die stem ken ik niet, dan vergis je je. Iedereen heeft Hem wel op een of ander moment en op een of andere manier om hulp gevraagd, en antwoord gekregen. (3:3) Want ook mensen die nog nooit van de Heilige Geest hebben gehoord, kennen die stille plek van wijsheid in zichzelf. Omdat het ego als eerste spreekt met sterke impulsen de strijd aan te gaan of te verzanden in slachtofferschap, moeten we wel eerst bereid zijn om verder dan dat te kijken ofwel luisteren. Tot tien tellen, een volkswijsheid, is een startpunt en een mooi symbool van deze bereidheid om tot een ander perspectief te komen. Dit is echter beangstigend voor het ego, want hierdoor verliest het zijn invloed op ons. Einstein zei het al: “We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.“ Het antwoord moet dus wel komen vanuit een andere manier van denken dan dat het ego doet. De Heilige Geest, die stille wijsheid in je denkgeest, geeft op een heel ander niveau een antwoord, dat elke kwestie verzacht en uiteindelijk oplost. Maar op een heel andere manier dan het ego denkt aan kwesties oplossen. Een behulpzame metafoor is de volgende: stel je eens een schaakbord voor dat zich oneindig ver uitstrekt, met oneindig veel schaakstukken erop. Zwarte stukken (de schuldigen, de aanvallers) en witte stukken (onschuldige slachtoffers die zich hooguit verdedigen), die samen de ego-oorlog voeren en soms van rol wisselen. Soms lijkt wit aan de winnende hand, soms zwart, er worden stukken geslagen, er komen stukken bij. Oneindig gaat dat zo door. In het dagelijks leven maken we ons (onder leiding van het ego) druk om de zetten die de tegenpartij doet en welke wij moeten spelen. We zijn er druk mee en de gemoederen lopen daar soms hoog bij op. Maar wat als wij stil worden van binnen en die ándere stem aan het woord zouden laten? Die ons zachtjes herinnert aan wie wij werkelijk zijn in dit spel? Het enige juiste antwoord, namelijk het enige antwoord dat rust en vrede brengt, komt letterlijk van een ander niveau: je bent het schaakbord zelf. Vanuit het perspectief van het schaakbord is elk gedoe hetzelfde: een verschuiving van stukken, waarbij de uitkomst zich wel zal tonen. Het schaakbord heeft eindeloos geduld en volmaakt vertrouwen en is niet gehecht aan welke uitkomst dan ook. Het weet dat hem niets kan gebeuren, al lijkt er op het bord soms veel gedoe te zijn. Zo herinnert de Heilige Geest jou steeds aan wie je werkelijk bent: een -voor het ego niet voorstelbaar- onaantastbaar kalm veld van vrede en liefde, welke kwestie er ook te dragen valt. We kunnen wel dénken dat we iets anders zijn, bijvoorbeeld een aftakelend lichaam, maar wat we ook denken of ons inbeelden (de Cursus noemt dit 'dromen'), het blijft de onveranderlijke waarheid dat je deze liefdeskracht bent en niets anders. En dat wordt bedoeld als er staat: Jij bent een kind van God (6:1). En dat is het enige Antwoord dat werkelijk alle kwesties oplost. Want Niets anders bestaat en alleen dit is werkelijk. (6:2) Zo kunnen we elk moment van onvrede gebruiken om te leren voor dat andere perspectief te kiezen door tot 10 (of 10.000) te tellen, telkens weer. Om dat stille antwoord te horen dat ons voorbij alle problemen verzekert dat we nog steeds verblijven in ons Thuis, onze ware aard van dragende Liefde. Welke nachtmerrie we ook denken te hebben en hoe hoog het ook in ons oploopt. Door dit te oefenen krijgen we steeds meer ervaring met de vrede die deze keuze ons kan geven. Hierdoor groeit ons vertrouwen dat dáár ons Thuis is en dat we daar het antwoord kunnen vinden waar we echt iets aan hebben. Uiteraard blijven we in het dagelijks leven gewoon doen wat we te doen hebben, rekeningen betalen, banden plakken, echtscheiden of een gesprek met onze baas aangaan over onze werktijden, maar dit alles doen we vanuit een heel andere staat van zijn. En daarmee winnen we alles wat er wérkelijk toe doet. |
|
© 2024 Monique Zomer | www.vanharttothart.org